In de richting van (9) wordt de bodem geleidelijk armer.
In het voorjaar veel Waterviolier, op de oevers zijn de dominante planten: Moerasvergeet-mij-nietje, Gele lis en Moerasspirea. Daartussen watermunt, Kattenstaart, Koninginnekruid, Moerasrolklaver, Blauw glidkruid, Penningkruid. Op armere stukken nog Rietorchis en Blauwe knoop.
|
(c) De Keltenhof
![]() ![]() ![]() |
![]() |